Talen:

Psychoactieve Drugs Tabak, Alcohol, en Verboden middelen

4. Hoe evolueert een drugsverslaving?

  • 4.1 Hoe raken drugsgebruikers verslaafd aan drugs?
  • 4.2 Hoe kunnen genetische factoren een drugsverslaving beïnvloeden?

4.1 Hoe raken drugsgebruikers verslaafd aan drugs?

De ontwikkeling van een drugsverslaving kan beschouwd worden als een leerproces
De ontwikkeling van een drugsverslaving kan beschouwd worden als een leerproces
Source: WHO

De ontwikkeling van een drugsverslaving kan beschouwd worden als een leerproces. Een persoon neemt een drug en ervaart de psychoactieve effecten, die in sterke mate voldoening geven of een voldoening versterken, en die hersenbanen activeren die het waarschijnlijker maken dat dit gedrag zal herhaald worden.

Maar de voldoening schenkende effecten van drugs zijn op zich ontoereikend om te verklaren waarom sommige psychoactieve drugs kunnen leiden tot al die gedragingen die geassocieerd worden met een verslaving.

Evenzo zou de fysische afhankelijkheid van drugs, zoals die aangetoond wordt door onthoudingsverschijnselen wanneer het gebruik wordt onderbroken, kunnen bijdragen tot drugsgebruik en drugsverslaving, maar kan op zich niet verklaren waarom een drugsverslaving ontstaat en blijft bestaan, meer bepaald na lange periodes van onthouding.

Het lijkt erop dat een complexe wisselwerking van psychologische, neurobiologische en sociale factoren verantwoordelijk zijn. De ontwikkeling van een drugsverslaving kan verklaard worden door de effecten van de drug op specifieke hersengebieden, die de motivatie van het individu verhogen om de drug te gebruiken.

De hersenen hebben zich ontwikkeld om ons gedrag te leiden en te richten ingevolge stimuli die cruciaal zijn voor het overleven zoals deze geassocieerd met voedsel, water, voortplanting en het vermijden van gevaar. Deze stimuli worden door de hersenen herkend als belangrijk omdat ze specifieke ‘circuits’ in de middenhersenen stimuleren.

Psychoactieve drugs activeren op kunstmatige wijze zeer sterk diezelfde hersenbanen en ‘misleiden’ de hersenen door te reageren alsof de drugs en hun bijbehorende stimuli (omgevingen, mensen, voorwerpen) biologisch noodzakelijk zouden zijn.

Ingeval van herhaalde blootstelling, ‘leren’ de hersenen de relatie tussen de drug en druggerelateerde stimuli en veroorzaken een steeds sterker verlangen of hunkering naar de drug. Bijvoorbeeld, gewoon het zicht van een sigaret of de geur van tabak kan een sterk verlangen oproepen naar roken bij tabaksverslaafde personen. Een verlangen dat overweldigend kan zijn en hen doet hervallen in tabaksgebruik, zelfs na lange periodes van onthouding. Meer in het Engels

4.2 Hoe kunnen genetische factoren een drugsverslaving beïnvloeden?

Vele milieu- en individuele factoren (inbegrepen genetische aanleg) dragen bij tot de verhoogde of verlaagde kans dat een bepaald individu een bepaalde psychoactieve drug zal gebruiken en in welke mate.

Risicofactoren en beschermende factoren voor drugsgebruik

Risicofactoren Beschermende factoren
Milieufactoren
  • beschikbaarheid van drugs,
  • armoede,
  • sociale verandering,
  • het erbij horen,
  • bezigheid,
  • culturele normen, attitudes,
  • beleid wat betreft drugs, tabak en alcohol.
  • economische situatie,
  • situationele controle,
  • sociale ondersteuning,
  • positieve levensomstandigheden.
Individuele factoren
  • genetische aanleg,
  • slachtoffer van kindermisbruik,
  • persoonlijkheidsstoornissen,
  • familiale ontwrichting en verslavingsproblemen,
  • slechte schoolprestaties,
  • sociale ontbering,
  • depressie en suïcidaal gedrag.
  • hoge zelfredzaamheid,
  • doeltreffendheid,
  • risicoperceptie,
  • gezondheidsgericht gedrag,
  • weerstandvermogen tegen sociale druk,
  • algemeen gezonde levenshouding.

Naast sociale en culturele factoren, dragen genetische verschillen ruim bij tot de individuele verschillen wat betreft het gebruik van psychoactieve drugs en verslaving. Studies van genetische erfelijkheidspatronen binnen families, bij identieke en twee-eiige tweelingen en bij geadopteerde kinderen, verschaffen informatie over de mate waarin overgeërfde factoren een rol spelen bij drugsverslaving. Van het gebruik van tabak, verslaving aan opioïden, alsook alcoholgebruik en alcoholverslaving werd aangetoond dat ze in significante mate erfelijk zijn. Via genetisch onderzoek tracht men de betrokken genen te identificeren.

Verslaving aan deze drugs wordt veroorzaakt door de interactie van verschillende genen met milieufactoren. Derhalve kan de blootstelling aan drugs een veel belangrijkere invloed hebben op iemand die genetisch kwetsbaar is voor drugsverslaving dan iemand die dat niet is. Dit verklaart gedeeltelijk waarom velen van diegenen die op een bepaald ogenblik van hun leven experimenteren met drugs niet verslaafd raken.

De overgeërfde verschillen die betrokken zijn bij drugsgebruik en drugsverslaving variëren van drug tot drug:

  • voor tabak, verschillen in genen die betrokken zijn bij het metaboliseren van nicotine,
  • voor alcohol , verschillen in genen die betrokken zijn bij het metaboliseren van alcohol en overgeërfde verschillen in sommige hersenreceptoren (voor serotinine, dopamine en GABA) en
  • voor opioïden , overgeërfde verschillen tussen de hersenreceptoren voor opioïden in de enzymen die de opioïden metaboliseren.

Genetische verschillen zouden een invloed kunnen hebben op vele aspecten van iemands drugsgebruik. Bijvoorbeeld, ze zouden een invloed kunnen hebben op het genot dat een drug verschaft, op de mate waarin hij de gezondheid schaadt (overdosis en gevolgen op lange termijn), op de ernst van de ontwenningsverschijnselen en de hunkering, en op de individuele tolerantie. Meer in het Engels